Donderdag 25 april 2024
Twentesport

Bobo’s aan de bal

Geplaatst op 21 september 2020 door   ·   Geen reacties

Nergens anders dan in de sport gedijen de loze kletspraatjes en broze dagkoersen zo goed als in de voetballerij, maar ook in andere takken van sport neemt het hand over hand toe. In mijn lijstje met meest storende parafernalia zijn de achterlijke bobobesluiten een continuüm. Ik stuitte op twee. Ten eerste dat de Nationale Baltrappersbond de voetbalclub Emmen verbiedt de naam van een sponsor te vermelden en ten tweede dat de Internationale Atletiekunie een fantastisch hoogspringrecord meent te moeten nuanceren.

Vervolgens de neiging van sporters die net komen kijken om zich na de eerste de beste proeve van redelijke bekwaamheid te gaan gedragen als zonnekoningen. Ook daar wil ik een paar dingen over zeggen.

I
Emmen wil het logo van sponsor Easytoys op de shirts van de sympathieke club, maar de KNVB heeft er onoverkomelijke problemen mee, want Easytoys is een sekswinkel. Dat kan niet, vinden opperbobo Gudde en zijn vazallen. Ik las ergens dat FC Gudde het ongepast zou vinden, want voetbal heeft niks met seks te maken. O nee, er zijn die voor en na de wedstrijd een wip maken en als ze de kans zien in de rust ook nog even van jetje geven. Klaarkomen is juichen. Voetbal kan sowieso een orgastische sport worden geafficheerd, want dat gekroel en gewip op elkaar na een doelpunt lijkt me extatisch geluk van Easyboys. Dit is geen waardeoordeel, wel een waarheidsvinding. Er komen zelfs vragen over in de Tweede Kamer. Zo wil de Groningse parlementariër Antje Diertens, lid van de Tweede Kamer namens D66, weten met welke wet in handen een voetbalbond denkt de naam van een sponsor op het clubshirt te kunnen weigeren. Het bestuur wil dat ook weten en heeft inmiddels laten weten de rechterlijke macht in kort geding een oordeel te vragen. Ik zeg: hup Emmen. Los daarvan: moeten we de KNVB nog serieus nemen als FC Gudde ethisch bezwaren heeft tegen sekswinkels, maar niet tegen de praktijken van ING en NN.

II
Armand Duplantis heeft zijn eigen wereldrecord polsstokhoogspringen verbeterd. De pas 20-jarige Zweedse atleet liet de Poolse stad Torun de lat op 6,17 meter, waarmee hij het record van Arnaud Lavillenie uit de boeken sprong. Hij vond het nog niet genoeg en afgelopen weekend ging Duplantis in Glasgow nog een centimeter hoger. Hij was in Schotland nog kortstondig verwikkeld in een spreekwoordelijk gevecht met tweevoudig wereldkampioen Sam Kendrick, maar toen de Amerikaan faalde op 5,84 meter kon Duplantis zich op zijn recordjacht richten. Na een simpele sprong over zes meter liet hij de lat op 6,18 meter leggen. De eerste poging al leverde hem een bonus op van dertigduizend dollar, maar minstens zo belangrijk was dat hij het wereldrecord in handen kreeg. Althans, dat zal hij gedacht hebben, maar er kwamen bobo’s in de benen. Die springen niet, die zaniken, die hebben regeltjes of bedenken regeltjes. Ze maken onderscheid tussen binnen- en buitenrecords. En dus is 6,18 meter geen officieel record. Het zal Duplantis verder de rug roesten, want een bobo is geen sporter en de atleet uit Oekraine zei zelf dat hij de legendarische Sergei Boebka (die een hoogte van 6.15 overzwiepte) voorbij is.

III
Ach ja, zonnekoningengedrag van voetbaljongens. Silvester van der Water is er zo één. Hij was lekker op weg een goede aanvaller van Heracles te worden. Hij werd in elk geval beter. Dat komt vaker voor bij Heracles, met dank aan de club en de staf, maar om dan meteen te denken dat je alles kunt maken, dat je een Meneer bent geworden, een Grote Meneer zelfs, dat is de aankondiging van het einde van een carrière voor die goed en wel op gang is gekomen, want dat is bij Heracles vaker voorgekomen, aanvallers die vertrokken met beloftes en zilverlingen, maar van wie vervolgens nooit meer iets is vernomen. Het is de arrogantie die voor de vergetelheid komt. Van der Water werd goed bij Heracles, werd er beter, maar mede dankzij zijn medespelers en het technisch hart. Zelf ziet hij vooral zichzelf. Dorian Gray aan de Weezebeek. Tuurlijk gaat hij weg, want om zich aan een contract te houden, daarvoor is hij naar zijn mening al te goed, zo goed zelfs dat hij gewoon werk kan weigeren, zijn teamgenoten kan laten barsten, sterker nog: dat hij zijn opleiders en zijn collegae in de zeik kan nemen. Hij denkt dat hij een Dessers is, maar hij is een Dalmautje, en dan moet hij nog geluk hebben ook. Misschien helpt geld hem straks als hij binnen is…

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief