Donderdag 25 april 2024
Twentesport

Friemelig ding

Geplaatst op 29 mei 2018 door   ·   Geen reacties

De man is een jager – dat is zijn natuur. Nee, niet in de ranzige zin, zoals achter de wijven aan, maar echt: jagen. Op wild en zo. Nu hebben wij niet de habitat hier om in het eggie iets om te leggen. Konijnen schieten, een haasje verschalken, een ree strikken: het is verre van macho om dat soort dingen te doen. Een alternatief vormen de Oostvaardersplassen, waar een deel van het hertenbestand omgelegd wordt omdat ze tegen de klippen of fokken. Maar ja: het is toch een soort groot omheind hertenkamp, dus het blijft prijsschieten zonder het risico op een confrontatie met een concurrerende carnivoor. Daarbij heb ik voor dit bloederige werk een te fijne inborst. Hoewel primitief, ben ik meer een fruitjager en groenteteler.

Maar ik vis wel. De sportvisvariant welteverstaan. Daarmee fiets ik het sportelement in dit stukje. Nu kan je een enorm lange hengel pakken, op een kist of stoel gaan zitten en naar een dobber staren. Dat doe ik soms ook. Maar dat heeft weinig met jagen te maken. Het lijkt er dan meer op dat je naar de tv kijkt, of erger nog: je behoefte zit te doen. Allesbehalve stoer. Nee zeg, dan moet je met een plastic piemeltje op pad gaan. Dàt is pas stoer.

U denkt natuurlijk dat ik alsnog bij de vrouwen uitkom. Maar nee, want dat kunststof geval is een friemelig ding dat, als je het te water laat en middels lijn en molen binnenhaalt, nerveus met zijn uiteinde trilt. Dat maakt roofvissen gek. Althans de enkele minder begaafde vissen die er een prooi in menen te herkennen. Je hebt natuurlijk geen idee hoe het daar in de diepte en duisternis van het Twenthekanaal toegaat, maar ik vermoed dat de echt grote jongens van een metertje of meer in een stuip liggen. Die hebben direct door dat er een slungelige man aan het andere eind van het draad aan een molentje staat te draaien. Maar de sukkels of bijziende exemplaren niet. Die vang ik. Ik loop dan met werphengel, een rugzakje en een enorm schepnet om de grote jongens, die wel beter weten, aan land te brengen. Aldus loop ik werpend en als het ware jagend achter jagers aan.

Zoals afgelopen weekend. Ik ving een heuse snoekbaars aan dat fladderige plastic, waarin een haakje en een loodkopje zit, zodat de hele handel over de bodem van het kanaal huppelt. Een snoekbaars is een mooi en krachtig dier, met glazige poppenogen die daarmee in de duistere diepten de zwakkelingen ziet zwalken en dan aan zijn spijsvertering blootstelt.
Vanzelfsprekend mocht deze vinnige vriend weer snel naar waar hij thuishoort. Wel nog eerst een fotootje gemaakt.

De sportviswinkel waar ik mijn spullen haal, was verbaasd: snoekbaars in het kanaal. De foto was het bewijs. Mijn jachttrofee.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief