Zaterdag 20 april 2024
Twentesport

Heel geel

Geplaatst op 5 juni 2018 door   ·   Geen reacties

Afgelopen donderdag hadden wij, van kantoor, een kleurensessie. Dat werkt aldus: de week daarvoor kregen wij aan de hand van telkens vier stellingen de opdracht aan te geven welke stelling het meeste aanspraak en welke het minste, de overgebleven stellingen gaf je vervolgens een cijfer. Een voorbeeld: 1) ik ben heel netjes en nauwkeurig 2) ik lach graag anderen uit 3) ik vind boekhouden leuk 4) van mensen word ik nerveus. Er waren 25 van dergelijke stellingen. De uitkomst daarvan ging naar een of andere vage organisatie. Die donderdag kregen wij daarvan de uitslag. En een bijpassende kleur. Daar kregen sommige mensen ook uitslag van.

Vervolgens werden wij te Hardenberg in een congrescentrum gedreven. Deze tent was een vreemd soort tijdcapsule, omdat werkelijk alles dateerde uit de jaren tachtig: overal oranje accenten, oude meuk als inrichting, ouderwetse draaideuren, een ‘scheepsbar’met erge namaak zee-artikelen, vergadertafels van formica, donkere hallen met smakeloos kantoortapijt. Vier vrouwen, die ons “door het proces zouden leiden”, vertelden dat de psychoanalyticus C.G. Jung (zie foto) dit alles had bedacht en hoe zeer valide de uitkomsten waren.

Volgens Jungs these waren mensen blauw, groen, rood of geel. Neen, het is geen rassentheorie, maar houdt verband met je karakter. Wie blauw is denkt voornamelijk analytisch en zakelijk, de groenen observeren en denken zich suf, het rode volk is mateloos ambitieus en wil steeds de beste zijn. U weet, dat ik mij een slag in de rondte sport. Dus verwacht je een rode teint. Hoe anders pakte dat uit.

Ik was enorm geel. Sterker: niemand was zo geel als ik. De meeste collega’s hadden een mengprofiel: een beetje blauw, een zweempje groen, een enkel streepje geel, wat roodtinten. Deze kameleons, of misschien opportunisten, vormen de meerderheid. Weliswaar was er een kleur die enigszins domineerde, maar bij deze jongen waren de andere kleuren slechts rudimentair vertegenwoordigd, zwak afstekend tegenover het alles verblindende geel.

Uit het bijgevoegde rapport volgde dat ik een onstuitbaar lulijzer ben die mensen zo ongeveer aanklampt, verder beschik ik over schier eindeloze reserves aan energie en borrelen er bij voortduring allerlei ideeën en hersenspinsels naar boven, waarvan er maar een enkele enigszins bruikbaar is. Theorie is mij volgens dat rapport een gruwel, ik kan geen “nee” zeggen en ik kan mensen goed aanvoelen. Voor dat er een me-tootje in de maak is: aanvoelen in geestelijke zin. Ik ben dus enorm empathisch. De eega herkent mij overigens in met name dat laatste absoluut niet en vroeg argwanend of ik op het werk soms wel belangstelling had voor mijn omgeving.

Wat heb ik hier in sportieve zin allemaal aan? Niets, omdat ik geen teamsporter ben maar een hardloper. Wel geef ik training, waarbij een woordenvloed en 1000 ideeën van pas komen. Hoewel er aan die gedachten dus weinig deugt. Ik hoop niet dat mijn atleten hier lucht van krijgen.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief