HAAKSBERGEN – Hij is 27 jaar en droeg intussen de shirts van een groot aantal voetbalclubs. Maar sinds de start van het nieuwe topklasse-seizoen is de naam van Cuneyt Avsar overal te lezen. Hij is spits van HSC’21, scoorde tot nu toe al vijf goals en staat plotseling in de belangstelling. Gisteren nog scoorde hij de winnende goal in de uitwedstrijd tegen VVSB. We stelden de Haaksbergenaar enkele vragen over hemzelf en over het hoe, wat en waarom van de opleving.
Wie is Cuneyt Avsar?
Avsar (rechts op de foto): ‘Ik ben geboren in Haaksbergen en ben van Turkse afkomst. Ik woon nu in Deventer, maar ben nog vaak bij mijn moeder in Haaksbergen. Ik ben bijna klaar met de opleiding Sociaal Cultureel Werk.’
Waar heb je gevoetbald?
‘Ik ben begonnen bij de vv Haaksbergen en ging op mijn twaalfde naar Bon Boys, omdat daar het niveau iets hoger was. Dat leverde een paar testen op de voetbalacademie van FC Twente/Heracles op, maar daar werd ik afgewezen. Toen ging ik na twee jaar naar Sportclub Enschede. Dat was goed voor mijn ontwikkeling en weer een niveau hoger. Daar kwam ik in de A1. Na anderhalf jaar kwam ik na de winterstop in het eerste elftal. Ik was toen zestien jaar, Freek van Oenen was de trainer. Het ging goed, ik speelde veel. Maar bij Sportclub kwamen toen oudgedienden als Metin Aydin en Marthijn Abbenhues terug. Ik ben toen naar Achilles’12 gegaan. Daar speelde ik onder Michel Boerebach, maar na hem kwam Freek van Oenen en door hem was ik dus bij Sportclub weggegaan. Toen heb ik een jaartje bij de Kon UD gespeeld. Daarna had ik het een beetje gehad met het voetballen op niveau en ben bij Barbaros gaan voetballen. Ook ging ik nog op proef naar een paar profclubs in Turkije, maar dat leverde niks op. Daarna ben ik teruggegaan naar het oude nest Bon Boys. Daar begon ik weer goed te draaien en toen vroeg Paul Krabbe mij om naar HSC te gaan. “Pak je kans”, zei hij. Het eerste jaar was moeizaam, omdat ik ook last van blessures had. Vorig seizoen ging het beter, vooral na de winterstop. Nu gaat het heel goed. Dat moeten we vast zien te houden.’
Paul Krabbe redde dus jouw carrière?
‘Ik heb veel aan hem te danken. Soms dacht men dat ik het mentaal niet aankon. Paul luisterde niet naar die verhalen. Hij gaf me de kans en wilde me als spits proberen. Dat wilde ik zelf ook. Dat ik nu zo speel, is bij hem begonnen.’
Heeft Krabbes opvolger Wilco Klop ook vertrouwen in jou?
‘Ja. Hij gelooft ook in mij. Hij ziet dat ik mijn ding doe. Ik ben begonnen als rechtsbuiten. In de wedstrijd tegen Rijnsburgse Boys kreeg ik de kans als spits en vanaf toen heeft hij me laten staan. Het einde van het vorig seizoen kwam eigenlijk te vroeg. Ik voelde me goed en was omgeturnd tot een echte spits. Paul Krabbe zei: “Je ben van een 6 naar een 8 gegaan”. Ik zet meer druk, ben sterker aan de bal en ben topfit. Onder hem heb ik die stap gezet.’
Maar aan het eind van afgelopen seizoen wilde je weg bij HSC’21. Hoe zit dat?
‘Ik vond dat ik te weinig waardering kreeg. Dat gevoel had ik. Er was ook wat kritiek op mij, waar ik het niet mee eens was. Daar kwam bij dat er veel jongens weggingen. We kwamen er niet uit. Caglar Uguz is een vriend van mij. Hij vroeg me om te blijven. Na een gesprek met Peter Visser ben ik gebleven. Laat ik er nog een jaartje bij doen, dacht ik.’
Wat is jouw favoriete club?
‘Dat is Galatasaray. Daar ben ik in hart en nieren fan van. Maar Barcelona vind ik ook magisch.’
En welke spelers staan hoog op jouw favoriete lijstje?
‘Gheorghe Hagi was altijd mijn held. Daarna werd ik fan van Abdul Kader Keïta die van Lyon naar Galatasaray ging. Prachtige rechtsbuiten. Ook ben ik gek van Zlatan en Messi.’
Wat is je ambitie als amateurvoetballer?
‘Ik wil laten zien dat ik in de topklasse mee kan. Ik wil uiteindelijk in de top van de topklasse spelen. Misschien speel ik in de toekomst in de zaterdag topklasse. Dat lijkt me ook mooi.’
De start van HSC’21 in dit seizoen is veelbelovend. Wat vind je zelf?
‘De voorbereiding was wisselvallig. In de eerste wedstrijd tegen WKE waren we ongelukkig toen Caglar Uguz al na een paar minuten rood kreeg. Hij is nu geblesseerd. Erwin Nieuwboer en Appie Altunbas zijn er ook nog niet bij. Dat zijn basisspelers. Als die drie erbij zijn, kunnen we met de top mee, denk ik. We moeten een beetje geluk hebben, moeten geen blessures hebben. Dan kunnen we van iedereen winnen en kan het een heel leuk seizoen worden.’
(Foto Wim Busschers)
