Nu ik zeker nog een jaar moet buffelen voordat ik vrij ben tot de dood er op volgt – ik bedoel mijn pensioen – probeer ik manhaftig mijn zucht om te sporten te verdedigen tegen tijdrovende professionele beslommeringen. Het lesgeven aan studenten is zowel een inspirerende als somtijds belastende inspanning, die bovendien energie vreet. Na een dag werken legt mijn sportieve inborst het af tegen de vermoeidheid van het docentschap, zodat ik bij thuiskomst suffig in de fauteuil blijf hangen. De vloek van het ouder worden.
Bij dat doceren horen ook festiviteiten, zoals jubilerende of afscheid nemende collega’s (ik hoop ... Lees verder >