Zondag 28 april 2024
Twentesport

Ex-profvoetballer Frans Olde Riekerink overleden

Geplaatst op 18 juli 2011 door   ·   Geen reacties

HENGELO – In het ziekenhuis van Almelo is zaterdag Frans Olde Riekerink na een kort ziekbed overleden. De voormalige semi-profvoetballer van Sportclub Enschede, Rigtersbleek, Tubantia en FC Den Bosch is 75 jaar geworden.


Frans Olde Riekerink is geboren in 1936. Zijn v
ader Gerard en moeder Regina Olde Riekerink hadden vier kinderen, vier jongens. Jan (van 1932), Frans (’36), Harrie (’38) en Ben (’40). Het veld van Quick’20 lag pal achter hun huis. Ze konden zo op het veld kijken, dus gingen de jongens toen ze de leeftijd hadden op aandrang van hun vader naar Quick. De bijkeuken in huize Olde Riekerink stond in het begin van de jaren vijftig vol met voetbalschoenen. Langzaam maar zeker bleek dat Oldenzaal een nieuwe voetbaldynastie rijk was. Bij Quick leerden ze voetballen. Jan, Frans en Harrie hebben nog een tijdje samen in het eerste van Quick gevoetbald. Het maakte hen tot bekende jongens in het Oldenzaalse. Frans Olde Riekerink benadrukte enkele jaren geleden in een interview in de Twentsche Courant Tubantia dat ze daardoor niet veranderden. ‘Zo waren we opgevoed. We bleven met beide benen op de grond staan. Maar we waren heel bekend, bij de jongens èn bij de meisjes. De mensen spraken je eerder aan, want voetbal was ook toen een gewild onderwerp.’

Frans Olde Riekerink had ook nog op een andere manier baat bij zijn bekendheid. Het leverde hem een baan op bij de gemeente Oldenzaal. ‘De gemeentesecretaris was voorzitter van Quick. Mijn vader was jong overleden, ik moest aan het werk, er moest brood op de plank komen. Is er geen plaats bij de gemeente? Ja, was het antwoord, voor eerste elftal-spelers altijd. Ik ben er vijf jaar gebleven. Toen ik naar Sportclub kon, stelde ik ook als voorwaarde dat ik bij de gemeente Enschede wilde werken. Dat lukte ook. Ik ben ervan overtuigd dat ik anders zo’n baan niet gekregen had’, zei hij in het interview.

Olde Riekerink was een atletische voetballer, geen kopper, niet al te snel, maar wel tweebenig, hij had een subtiele kapbeweging en scoorde vaak. Wat hem soms verweten werd, was dat hij  te egoïstisch voetbalde, dat hij balverliefd was. Dat begon al in de jeugd. Overal wonnen de Quick-jongens met 10, 12-0. Door het gepingel van Frans maakte hij er meestal wel een stuk of zeven. Die balverliefdheid bleef, de trainers kregen het er niet uit. Hij erkende het zelf in het reeds gememoreerde interview.

Bij Quick’20 bleef hij dus niet. Eén geluksdag en je kostje als voetballer kan gekocht zijn. Frans Olde Riekerink was negentien jaar toen hij  in ’57 als enige amateur opgeroepen werd voor een benefietwedstrijd van het Twentse elftal. Hij stond tussen de internationals Abe Lenstra en Gerrit Voges, scoorde drie keer, elke keer uit een pass van Lenstra en kon meteen door naar het veel grotere Sportclub Enschede. Daar begon de profcarrière van Olde Riekerink en was hij ineens ook ploeggenoot van Lenstra aan wie hij goede herinneringen bewaarde. Frans woonde bij zijn moeder, fietste elke dag naar zijn werk op het gemeentehuis in Enschede, ging daarna trainen, kwam ‘s avonds om half tien thuis, moest dan warm eten en daarna nog studeren. Abe was de enige die hem wel eens met de auto naar huis bracht als het sneeuwde of regende.

Frans Olde Riekerink speelde korte tijd in Jong Oranje, en bleef maar één jaar bij Sportclub. Hij moest vijf keer per week trainen en kon het niet combineren met zijn studie. Samen met zijn oudste broer Jan ging hij naar Rigtersbleek dat in de eerste divisie speelde. De Enschedese club ging in ‘61 op de fles, de gebroeders konden terug naar Quick, maar kozen voor Tubantia. Ze bleven tot ‘65 bij de Hengelose club.  Jan ging naar Utrecht, Frans ging met trainer Ben Tap mee naar de fusieclub FC Den Bosch. Daar beleefde hij zijn beste jaren,  sportief en financieel.  Den Bosch werd mede door hem kampioen van de tweede en eerste divisie. In ’65-’66 en ’66-’67 was hij topscorer van de de club met respectievelijk zeventien en veertien doelpunten.
Olde Riekerink speelde er drie jaar. Hij aanvaardde een baan op het gemeentehuis in Hengelo en stopte met betaald voetbal. Hij ging terug naar Tubantia dat in de vierde klasse amateurs speelde. Daarna werd hij nog trainer van NEO en van de geselecteerde jeugd van Achilles’12.
Als trainer stopte hij, maar als bestuurder had de voetballerij nog wel een goede kracht aan de Hengeloër. Zo was hij 24 jaar voorzitter van de tuchtcommissie van de TVB. Olde Riekerink kreeg voor zijn werkzaamheden de gouden speld van de KNVB. Ook was hij een aantal seizoenen rapporteur voor de Twentsche Courant bij hoofdklassewedstrijden.

Enkele weken geleden ging de gezondheid van Olde Riekerink achteruit. Hij werd opgenomen in het ziekenhuis van Almelo, waar hij al snel het bewustzijn verloor. Mede door een zware longontsteking is hij daar afgelopen zaterdag overleden. Hij laat een vrouw en dochter na. Donderdagmorgen is de afscheidsviering in de Lambertuskerk te Hengelo en daarna de begrafenis.

Op de foto het elftal van Rigtersbleek in het seizoen 1958-1959 in de eerste divisie met staand derde van links Frans Olde Riekerink.
De namen van de spelers. Staand vlnr: Gerrit Trooster, Jan Olde Riekerink, Frans Olde Riekerink, Henk Renssen, Bennie de Vries, H. Nijhuis. Onder: Herman Selderhuis, Gerrit Evers, Jan Zwierink, Mannie van Tellingen en Arnold Bosch.

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief