ENSCHEDE – Eddie Pasveer (Enschede, 1956) stond onder de lat bij FC Twente, waarvoor hij op 2 mei 1976 zijn debuut maakte in een uitwedstrijd bij Eindhoven. Daarna keepte hij nog voor De Graafschap en Sportclub Enschede, voordat hij bij verschillende clubs keeperstrainer werd. Daarnaast stond hij jarenlang aan het hoofd van een fysiotherapiepraktijk in Enschede-Zuid.
Pasveer is net als zoveel Twentse voetbalkeepers schatplichtig aan de deze week plotseling overleden Hennie Ardesch, met wie hij veel heeft samengewerkt om de kwaliteit van de regionale doelmannen (en -vrouwen) omhoog te krijgen.
Hoe lang heb je contact gehad met Hennie Ardesch en waaruit bestond dit?
‘Ik had regelmatig contact met Hennie en de gespreksonderwerpen waren heel breed, maar het ging in hoofdzaak over alles wat met keepen te maken had, variërend van kleding en handschoenen tot oefenstof en de kwaliteit van de keepers op dit moment.’
Hoe zijn je herinneringen aan hem?
‘Ik heb hem leren kennen hem als een aimabel man die gepassioneerd was over alles wat met het keepen te maken had.’
Wanneer en waar heb je hem voor het laatst ontmoet?
‘Dat was een paar weken geleden bij een demonstratie van Walking Football in Losser. Hij stond daar met zijn voetbalveertjes uit Vietnam.’
Goed dat FC Twente zondag voor de wedstrijd tegen Ajax stil staat bij zijn overlijden?
‘Ik denk dat dat prima is. Hij heeft toch veel betekend voor de club, vooral als ambassadeur, en hij was er nog vrijwel elke dag om rondleidingen te geven.’
Was hij een voorbeeld voor je of was er een andere keeper die je graag had willen zijn?
‘Nee, hij was niet speciaal een voorbeeld, meer een goede collega die net als ik ook veel met keepen en keepers bezig was. Ik had wel graag Gianluca Buffon willen zijn.’
Je hebt 23 wedstrijden voor FC Twente gekeept, welke daarvan zul je nooit meer vergeten?
‘De meest memorabele wedstrijd voor mij was een Europa Cup-wedstrijd in het seizoen 1978/1979 tegen Manchester City. We verloren met 3-2 en op het veld stonden coryfeeën als Epi Drost, Niels Overweg, Hallvar Thoresen en Piet Wildschut.’
En aan welke wil je liever niet meer worden herinnerd?
‘De uitwedstrijd in 1976 bij Ajax in ‘De Meer’. We verloren met 5-3 en ik speelde geen geweldige wedstrijd, zag er bij twee goals niet goed uit.’
Je zoon Remko keept bij Vitesse, wat vind je daarvan?
‘Dat is leuk, erg leuk zelfs om te volgen. We zitten dan ook regelmatig in het Gelredome, ook al is dat niet het meest fantastische stadion van Nederland.’
Johan Derksen moet eens ophouden met zijn eeuwige kritiek op Joel Drommel?
‘Derksen is Derksen en hij wordt betaald om slechte dingen te zeggen en op die manier zijn populariteit op te vijzelen. Drommel verdient het niet om zo benaderd te worden. Het is een prima keeper die nog wel een paar stappen moet zetten om beter te worden.’
Is Tim Krul de beste keeper van Nederland, beter dan Jasper Cillesen?
‘Nee, dat denk ik niet. Ik vind hem duidelijk minder zelfs. Cillesen vind ik ook geen echte topper. Hij is te gemaakt en wil te veel de schijn ophouden een topper te zijn. Wie dan wél de beste van Nederland is? Daar kan ik geen antwoord op geven, omdat ik vader ben van een Eredivisiekeeper en omdat je je moet afvragen waar het omgaat, is dat één op één of gaat het om reflexen of om de meevoetballende kwaliteiten en de traptechniek? Lastig hoor.’
Is racisme op het voetbalveld typisch iets van nu of had je het in jouw tijd ook al?
‘Racisme is denk ik van alle tijden, maar omdat het voetbal veel internationaler is geworden is er ook een steeds grotere mengeling ontstaan van voetballers van verschillende komaf en huidskleur. Daardoor heeft het begrip racisme helaas steeds meer voet aan de grond gekregen.’
Laatste vraag: hoe gaat het met je gezondheid na die bijna fataal verlopen hartoperatie in mei 2017?
‘Het gaat goed. Ik heb lang gerevalideerd, ruim twee jaar, en doe momenteel ook weer aan Walking Football op de woensdagmiddag onder de vlag van FC Twente Old stars. Dat is voor de oudere ex-voetballers een mooie gelegenheid om feeling te houden met het voetbal. Ook al gaat dat niet meer van een leien dakje en heb je nog veel dingen die niet geweldig gaan, maar aan de andere kant: het had ook heel anders kunnen aflopen en dan had ik niets meer gekund. Ik kan iedereen aanbevelen om ook aan Walking Football te gaan doen. Het doel is vooral om in beweging te blijven en dat lukt goed op deze manier. Ik doe dat met veel oudere spelers van allerlei clubs. Je blijft fit en je bent in ieder geval gezond bezig.’
Bij de foto: drie keepers, van links naar rechts Piet Schrijvers, Hennie Ardesch en Eddie Pasveer
