ALMELO – Hij sloeg een weekje over, had wat problemen met een hamstring, maar Christian Dorda is er komende zaterdag weer bij. De linksback van Heracles keert in Venlo tegen VVV weer terug in de ploeg. Na drie jaar lang geteisterd te zijn door blessureleed als gevolg van een afgescheurde patellapees, maakt Christian Dorda (23) in Twente een verlate jacht op de bevestiging van zijn talentvolle status. De Duitse Pool veroverde na vijf wedstrijden al een basisplaats in de defensie van Heracles Almelo. Sindsdien speelde hij 21 competitiewedstrijden. Scoren deed hij nog niet. Een één-tweetje ter nadere kennismaking met de razendsnelle linksback, die zich het nieuwe leven buiten zijn vertrouwde landsgrenzen snel eigen wist te maken.
Je bent hier nu ongeveer een half jaar, een goed moment om de grote verschillen te kunnen beschrijven…
Dorda: ‘De voetbalcultuur is totaal verschillend. In Duitsland is het veel meer op het fysieke gericht. Hier is het voetbal beter, vooral het positiespel. In Duitsland stond een training meer in het teken van fysieke arbeid. Snelheid en kracht. Op straat merk ik nauwelijks verschillen qua cultuur. Ik ben opgegroeid in Wegberg; een klein dorpje met vijftienduizend inwoners grenzend aan Mönchengladbach. Dus voor mij is Almelo zelfs een grote stad.’
Je bent geboren en getogen in Duitsland, maar hoe zit het precies met je Poolse nationaliteit?
‘Mijn opa is tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Duitsland verhuisd, waar hij een baan kon krijgen in Hamburg. De Duitsers hadden Polen geïnfiltreerd, de leefomstandigheden waren bar slecht. Ik spreek geen woord Pools. Mijn vader heeft me de taal namelijk nooit geleerd. Hij vindt: als je in Duitsland opgroeit en naar school gaat of werkt, moet je óók leven als een Duitser. Ik voel me daardoor ook helemaal geen Pool. Ik voel me gewoon een Duitser.’
Toch kun je profiteren van je dubbele nationaliteit. De kansen op selectie voor het Poolse nationale elftal zijn immers groter dan voor de Mannschaft…
‘In mijn tijd bij Borussia Mönchengladbach werd ik uitgenodigd voor een interland met Polen onder 21. Ze vroegen of ik Pools sprak. Toen ik ‘nee’ zei, werd me verplicht de taal te leren. Ik heb bedankt voor de uitnodiging. Zoiets leer je namelijk niet ‘even’. Bovendien hoef ik voor mezelf niet vloeiend Pools te spreken.’
En je Nederlands. Hoe zit het daar mee?
‘Ik krijg Nederlandse les. Ook al spreekt iedereen binnen onze selectie Engels, ik vind het belangrijk dat iedereen binnen een team de taal van het land spreekt. Ik versta het allemaal wel, maar ik vind het moeilijk me goed te uiten in het Nederlands. Op school in Duitsland kon ik kiezen tussen Nederlands en Spaans. Ik koos voor het laatste. Achteraf een onhandige keuze. Bij Greuther Fürth sprak iedereen Duits. Nu moet ik dus zo snel mogelijk alsnog Nederlands leren.’ (FdG)
(Dit vraaggesprekje is ook te lezen in TwenteSport Magazine)
Foto: Christian Dorda (rechts) in duel met Vitesse-speler Ibarra
(foto René Hummel))