Zaterdag 20 april 2024
Twentesport

Bos

Geplaatst op 30 april 2019 door   ·   Geen reacties

Vanzelfsprekend kun je niet alle sporten in een bos bedrijven. Bij veel fysieke activiteiten ben je gebonden aan een zwembad, gymnastiekzaal, tennisbaan, waterweg of circuit. Ook die sportonderdelen mogen dan aantrekkelijk zijn, een bos noodt per definitie tot creativiteit. De bomen staat immers lukraak verspreid, paden zijn gebaand of juist niet, het gaat soms omhoog en dan weer omlaag, kuilen, boomwortels en bultjes belemmeren de ploeterende atleet. Dat is het fraaie van bos en woud: je raakt er niet op uitgekeken.

Er wordt ook gefietst in het bos. Vaak per mountainbike, soms op of naast de wielrenfiets. Motorcrossers doorkruisen eveneens het lover, maar gelukkig doorgaans in besloten percelen. Want bij het bos past een zekere sereniteit en het motorgeluid doet daar afbreuk aan. De motorcrosscoureurs zijn eigenlijk de hooligans van het bos. Zoals voetbalhooligans meer voor het matten gaan dan voor het spel, zijn motorcrossers lieden met weinig of een volledige afwezigheid van natuurbeleving. Dat zijn hardlopers doorgaans wel.

Wie met lichte tred het bospad beroerd, ziet nog eens wat. Allerlei wild waant zich onbespied en bezorgt de loper menig onverwachte en fraaie confrontatie. Fietsers missen dat vaak, mede door krakende kettingen en piepende remmen. Daarbij is zowel de mountainbiker als de wielercrosser zó gefixeerd op het nemen van boomwortels en kuilen, dat deze sporters weinig oog hebben voor de wonderen van de natuur.

Ik mag graag een bostraining geven, hoewel de enigszins bejaarde atleten die deel uitmaken van mijn groepje, helaas het oriëntatievermogen hebben van blind vee. Of van kippen zonder kop. Hoezeer ik ook keer op keer en dus geduldig uitleg welke kant het opgaat en hoe weer terug te komen – dikwijls ook nog eens aangegeven door kleurrijke pionnen – dan nog ziet men uit een pad, dat honderden meters verwijderd is van de route, verdwaasde atleten strompelen. Zij lopen hologig en blijkbaar met een zeker vastomlijnd doel compleet de verkeerde kant op. Daarmee wordt ook de grondgedachte van een interval om zeep geholpen, want bijvoorbeeld de opdracht: versnel telkens bij de tweede pilon, wordt aldus niet gehaald. Ook rennen veel van mijn atleten plots de tegengestelde kant op, zodat je bijna tegen deze onverwacht uit bochten en achter bomen tevoorschijn komende lopers opknalt.

Niet iedereen is dus een bosmens. Te meer, daar ik toch met enige regelmaat lopers (ook van mijn groep) zie struikelen over een boomwortel of waarneem dat zij tegen een stuik of niet meegevende boom donderen. Ook dat is een merkwaardig fenomeen, omdat het juist zo typisch van een bos is, dat er veel boomwortels, takken en andersoortige oneffenheden zijn. Een zeeman klaagt ook niet, omdat hij met golven te maken heeft.

Evolutionair gezien is het daarom een wonder, dat na eeuwen natuurlijke selectie mensen niet met goed fatsoen door een bos kunnen hollen. Die zijn nog niet zo lang uit hun holen gekomen, vermoed ik.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief