Zaterdag 27 juli 2024
Twentesport

Het trechtermodel

Geplaatst op 4 januari 2023 door   ·   Geen reacties

Goede voornemens – doet iemand daar nog aan? Op een paar zonderlingen na niet, zo vermoed ik. Enfin, ik ben zo’n zonderling. Voor de goede orde: roken, snuiven en slikken doe ik niet, dus dat hoef ik niet te stoppen. Drinken daarentegen kan ik als de beste. Hoewel, deze dagelijkse gewoonte is beperkt tot max twee glazen betere wijn. Dus geen Chateau Migraine of Moselblümchen dan wel andere troep, ik ga voor nipplezier. Misschien maakt het per saldo niet uit – tenzij per saldo voor het saldo staat – maar hoe het ook zij, deze soort-van-verslaving veroorloof ik mij. Tenzij de dokter het verbiedt. Maar ik kom er nooit, dus dat gevaar is vooralsnog afgewend.

Op sportief gebied leg ik steeds aan het begin van het jaar de lat anders, want als het om atletische voornemens gaat ben ik strikt: reeds voor 2 januari weet ik wat ik het komende atletiekseizoen wil bereiken. Dat is steeds minder, dus die lat gaat telkens een stukje naar beneden.

Dit komt door het zogeheten trechtermodel. Toen ik jong was blonk ik op veel onderdelen van de Moeder der Sporten uit. Ik nam lachend en in een moordend tempo de hoge horden van de 110 meter, de speer vloog soms in dan wel over de juryleden en de lat passeerde ik terwijl deze op de hoogte van een flinke basketbalspeler lag. Verspringen deed ik ver, de 400 meter raffelde ik af in een tijd ver beneden de minuut, bij de estafette wisten wij veel grotere verenigingen achter ons te laten. Kortom, kiezen was niet moeilijk want alles ging min of meer vanzelf. Nu zit ik in het smalle gedeelte van de trechter.

Het laatste EK voor Masters waar ik mij Nederlands kampioen mocht noemen ligt reeds een jaar of acht achter mij. Na ampel beraad heb ik besloten niet langer te springen. De snelle aanloop, het hangen in de bocht, de verwringing tussen voet, knie en bovenlichaam: ik kom amper meer boven de mat uit en vervolgens moet ik er door twee EHBO’ers afgeholpen worden.

Speerwerpen gaat daarentegen heel aardig, hoewel die vent uit Heerhugowaard – een leeftijdgenoot – een stuk verder smijt, terwijl een gozer afkomstig uit Eindhoven zijn speer drie centimeter verder in de grond plantte dan mijn werptuig. Dat stemt mij niet vrolijk.

Kortom, je moet op enig moment je knopen tellen en voor iets anders gaan. Dat is dan hardlopen geworden. Niet op de baan, maar buitenaf, dat wil zeggen daar waar de boer zijn stikstof produceert en het povere lover voor enige beschutting zorgt. De passen zijn kleiner geworden, wat een wonder is met benen die langer zijn dan de gemiddelde lengte van een middeleeuwse man. Een voordeel van dat dribbelpasje is de geringe kans op blessures. Niettemin: soms loop ik aanzienlijk jongere lopers eruit.

Dat is althans mijn voornemen.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief