Vrijdag 26 april 2024
Twentesport

Tadumtadum

Geplaatst op 5 november 2019 door   ·   Geen reacties

Het is herfst en dat is de tijd voor een haardvuur – mag dat nog? -, gezellig voor de tv met gevulde speculaas. Sporten doe je bij voorkeur binnen. Ja, als je een watje bent. Ik ben toevallig een watje, maar alleen als ik een beestje zie lijden, er een collectant voor de deur staat of wanneer ik oorlogsleed aanschouw. Maar overigens zie je deze bikkel buiten wanneer het maar kan. Herfst! Is er iets mooiers voor de buitensporter? Lekker fris, de natuur zorgt voor kleurrijke decorstukken, regen en wind zijn als douche en föhn. Daarbij is dit het seizoen van de roofvis.

Jazeker, vriend snoek vreet zich nog even vol voordat de vorst hem tot een apathische bodempositie dwingt. Zoonlief, die de fijne knepen van het sportvissen van opa via mij kreeg bijgebracht, stuurde mij een foto van een gevangen snoek. Het was een exemplaar van dik over de meter en met een dodelijk roofdierengebit, een knoeperd die, indien natuurzwemmers het plaatje bekijken, hen naar het binnenbad doet ijlen. Het monster liet hij overigens direct na de foto weer voorzichtig in zijn natuurlijke habitat glijden.

Zoonlief had een ‘superstek’ ergens in de buurt van Harderwijk gevonden. Of ik mee wilde. ‘We gaan om half zes weg’, zei het kind blij. In de ochtend welteverstaan. Ik had direct blij ‘Ik ga mee!’ geroepen zonder naar het tijdstip van vertrek te informeren. Op zondag nota bene.

In de duisternis arriveerden wij ergens in de buurt van dat Harderwijk. De hengels opgetuigd, het aas aan de haak gehangen, bij het ochtendgloren (altijd een magisch moment) ging de vis te water. Een dode vis trouwens, die je diepgevroren bij de sportviszaak kunt scoren en waarin je een klauwhaak door het ruggetje haat. Daarboven zit wat lood en een dobber, die verraadt wat Moby Dick cum suis van het aas vinden.

Het heeft een hoog Jaws-gehalte. U weet, die film waarin donkere violen met een “tadumtadum” aankondigde dat vanuit het aardedonker van mysterieuze diepten de vraatzuchtige witte haai vrolijk poedelende badgasten en zeilliefhebbers pardoes in tweeën zal gaan bijten. Nou, zoiets dan. Want het wateroppervlak, onderhevig aan de grillen van de wind, verbergt een gruwelijk leven. Roofvissen vreten wat voorbij komt, dunnen de scholen witvis uit, bepalen wat leeft en wat in één krachtige beet in stukken de maag van de predator vult.

Ik blijf dat waanzinnig intrigerend vinden om dan de top van de voedselketen die grote allesbepalende en –vretende roofvis aan de vinnen te krijgen.

Een dobber die onnatuurlijk wiebelt, een centimeter of drie omhoog gaat, om vervolgens resoluut richting bodem te worden getrokken. Tadumtadum! Het aanslaan, het gevecht, de inschatting of het een joekel is of een kwestie van klein maar dapper. Jaws legde uiteindelijk het loodje. Broer – of meestal: zus, die zijn groter – Snoek mag weer terug. Om nog een stukje groter te worden.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief