Vrijdag 11 oktober 2024
Twentesport

16e Elfstedentocht: Henk Voorhuis wil vooral genieten onderweg

Geplaatst op 8 februari 2012 door   ·   1 Reactie

HENGELO – De Elfstedentocht nadert. De zestiende versie staat voor de deur en heel Nederland is een beetje van de rol. Maar de schaatsers die een ticket hebben voor de wedstrijd of de toertocht zijn bezig met de voorbereiding en voelen de koorts van het unieke evenement. Ook een groot aantal Twentenaren maakt zich op voor de tocht der tochten. We stellen elke dag een deelnemer aan u voor.
Henk Voorhuis (61) uit Hengelo reed twee keer de wedstrijd. In 1985 werd hij 155ste en in ’86 211e. In 1997 reed de voormalige marathonschaatser de toertocht. Hij is al helemaal klaar voor de start.

Wat is er zo mooi aan het rijden van De Tocht?
Voorhuis: ‘Dat komt uit het verleden. Het is de nostalgie, de emotie van de mensen. Vooral de Friezen zijn helemaal over de toeren als het zover is. Als het vriest, heeft iedereen het erover. De beelden van de tocht in 1963 hebben daar natuurlijk enorm aan meegewerkt. Die hebben veel teweeg gebracht. Voor het eerst was de tocht op tv. Ik vergelijk de Elfstedentocht met de Ronde van Vlaanderen. Wat me ook opvalt is de enorme saamhorigheid die onder de mensen ontstaat als de tocht in aantocht is. Men kan veel meer verdragen van elkaar.’

Hoe bereid je je voor op zo’n tocht?
‘Ik eet wat meer koolhydraten, pasta en zo. Maar allereerst moet je zorgen voor een goede conditie. Ikzelf rijd elke dag in weer en wind op de fiets van Hengelo naar mijn werk in Vriezenveen. Dat is een heel goede basis. Verder schaats ik twee keer per week in Enschede. Op maandag twee uur en op woensdag één uur. Met het fietsen erbij, zo’n 300 km per week, is dat voldoende.’

Je rijdt de wedstrijd niet meer, maar wel de toertocht. Hoe pak je dat aan?
‘Ik wil in de eerste plaats genieten. Ik ga er ontspannen naar toe. Je moet gewoon rustig blijven. Onderweg maak je zo nu en dan een praatje, je neemt eens een kop soep. Want de tijd is niet belangrijk. Ik laat het allemaal goed op me doordringen en wil natuurlijk heel aankomen in Leeuwarden.’

Wie zie je als grote kanshebber bij de wedstrijdrijders?
‘Jens Zwitser, Rob Hadders en normaal gesproken Bob de Vries ook, maar hij is niet fit. De winnaar moet een beetje geluk hebben. Bij het klunen en bij het stempelen. Misschien wordt het wel een outsider, dat is vaker gebeurd.’

Wat verwacht je van je eigen resultaat?
‘Ik rijd hem heelhuids uit. Dat is het. Dan heb ik hem vier keer gereden. Met de fiets heb ik hem al tien keer gereden en ik ga hem ook nog een keer wandelen. Dat is geen kleinigheid. Dat moet in vijf dagen gebeuren. Elke dag 45 km. Daar moet je eerst een jaar voor trainen. Als dat gelukt is, word je uitgenodigd bij de Commissaris van de Koningin en krijg je het Elfstedenbrevet. Ja, en dan kijken ze in Friesland ineens heel anders tegen je aan, hahaha. Maar die wandel-elfstedentocht wordt mijn volgende uitdaging.’

Delen is sportief

Reacties (1)

  1. Jeanet Neeskens says:

    Die bengel oet Hengel klaart dit klusje wel, want hij is een echte bikkel..!!




Archief