WIERDEN – In de leeftijd van 66 jaar is vandaag de Wierdense wielrenner Jos Lammertink overleden. Hij behoorde in de jaren zeventig en tachtig tot de grootste talenten van het Nederlandse wielrennen en won grote wedstrijden en was als jongeling al geducht en gevreesd, maar vanwege een spierziekte moest hij zijn ambitie om (inter)nationaal carrière te maken laten varen.
Lammertink was als wielrenner niet alleen een gedegen coureur met een enorme prestatiedrang, maar ook een gewiekste. Hij kon een koers lezen en daarenboven vanwege een machtige sprint vaak winnen door ook slim te rijden. Bovendien was hij in die al op jonge leeftijd al een parel die met de dag meer ging schitteren; onmiskenbaar een van de beste wielrenners van zijn generatie, op de baan en in het veld en op de weg. Overal waar hij aan de start verscheen, reed hij van voren. In zijn jeugdjaren, maar ook later, was Lammertink vaak onklopbaar.
Hoewel de kwaliteit van leven vanwege zijn ziekte de laatste jaren sterk verminderde, was Lammertink nog altijd helder van geest en een goede prater. Hij bezocht afgelopen voorjaar nog Ronde van Wierden, waaraan zijn naam is verbonden.
Op basis van zeker vijftig gesprekken met Lammertink tekende chroniqueur Gijs Eijsink aan de hand van gesprekken met de wielrenner diens getourmenteerde wielerleven op tijdens regelmatige bezoeken, over alle hoogte- en dieptepunten. Lammertink bezocht afgelopen nazomer in een stoelmobiel nog de Ronde van Wierden.
Het verhaal wil dat Lammertink uit fanatisme eens het stuur van zijn fiets kapot sloeg tijdens een NK. Dan kun wat lijden. Lammertink had het niveau van Kuiper, maar zijn lichaam stond een glanzende carrière in de weg. Van een ziekte kun je niet winnen. Lammertink ook niet, al streed hij jaren tegen de Ziekte van Pfeiffer.
Dat hij niettemin een winnaar was bleek al veel eerder, in de jaren tachtig , toen Lammertink het in de finale van de van de jaarlijkse dorpsomloop van zijn woonplaats Wierden opnam tegen de Italiaanse wielerlegende Francesco Moser en voor de deuren van het aan Sint Jan de Doper gewijde godshuis met minuscuul verschil homerisch won. De afterparty in duurde een nacht lang in het ondertussen ook al afgebroken café De Zwaan aan het Burgemeester Van den Bergplein. Een oude acacia kan er in ritselende bladnerftaal nog over meepraten.