Maandag 20 mei 2024
Twentesport

De wandelclub

Geplaatst op 26 januari 2022 door   ·   Geen reacties

De meeste atleten lopen te snel. Dat lijkt een wat wonderlijke uitspraak voor een trainer. Vanzelfsprekend is dat het niet. Stel je voor! Dat ik de door mij geponeerde stelling onderuit haal zeg. Maar ik bedoel eigenlijk de snelheid van lopers tijdens de training. De Grote Misvatting is, dat slechts hij of zij die zich het snot voor de ogen beult, tot het gaatje gaat en slechts tevreden is wanneer ook overdag sterren worden gezien, denkt goed bezig te zijn. Zo mogelijk nog treuriger is het, wanneer de trainer ook zo redeneert. Nu pretendeer ik allerminst een autoriteit op trainersgebied te zijn, maar als ervaring ook iets zegt dan ben ik reeds meer dan 40 jaar trainer. Ik schrok er zelf ook van toen ik de jaren ging tellen. De eega riep terstond, dat ik allesbehalve een avontuurlijk type ben. Maar wat is avontuurlijk? Vooral criminelen komen wel eens in vreemde omgevingen – huizen van anderen, penitentiaire inrichtingen – maar als daaruit avontuurszin blijkt, blijf ik liever braaf. Dan de lui, die de wereld over reizen. Een lastige thuissituatie, denk ik dan.

Enfin: het ging over hard gaan. Wellicht hang het af van de trainersthese die je aanhangt, maar ik heb bij herhaling geleerd dat er een aanzienlijk verschil is tussen trainen met maximale en optimale hartfrequentie. Door de bank genomen: bij de eerste ga je diep, bij de tweede niet. Maximale Hf is, nou ja, u begrijpt het: optimale Hf daarentegen geeft, om een eenvoudig hulpmiddel te gebruiken, de mogelijkheid om nog verstaanbaar van gedachten te wisselen. Adepten van het maximale rochelen slechts, geven slijm af en rollen met de ogen. Kortom, deze vorm van communicatie is voornamelijk non-verbaal.

Niettemin: hoezeer ik ook hamer op de kletsvorm, ik kan mij niet wapenen tegen de atleet die er genoegen in schept om aan het einde van de training bijna de maaginhoud prijs te geven. Uit de laatste groep komen, en dat is een feit, het overgrote deel van de geblesseerden. Zij herkennen de signalen van opspelende gewrichten en krakende pezen niet. Nu, daar hebben wij iets voor bedacht. Ze komen terecht in onze wandelgroep.

Hier vinden wij de voorheen doorbuffelende lopers, die zichzelf als wrakhout tegenkwamen.

Vanzelf ervaren ze deze in bejaardentempo (althans afgezet tegen de hardlopers) voort hobbelende groep als een degradatie en statusbedreigende kneuzenclub, maar feit is dat men niet één, maar twee stappen terug moet wil men ooit weer het tartan kunnen teisteren.

Daarbij is er sprake van lotsverbondenheid. Ook van afkicken, daar het eeuwig geleuter over afstanden, persoonlijke records en trainingsmethodieken gaandeweg wordt vervangen door ornithologische belangstelling, mindfulness, diepe gesprekken over de zin van leven en hoe is het met hond en kinderen. Vervolgens komen ze als andere atleten terug, minder gehaast, meer van het praten.

Na twee weken zien ze weer groen en sleuren zij aan kop.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief