Maandag 20 mei 2024
Twentesport

Ruig&avontuurlijk

Geplaatst op 19 augustus 2020 door   ·   Geen reacties

Wie als ik ren, spring en werp, heeft de neiging neer te kijken op sporten waarbij je kunt zitten. Daar zitten (…) overigens lang niet kinderachtige disciplines bij, zoals wielrennen en roeien. Paardrijden vind ik in sportief opzicht dan weer enigszins dubieus. Vanzelfsprekend is dat oordeel gestoeld (…) op het feit dat het dier zich bovenmatig loopt in te spannen, hoewel het ook springt als de baas dat wil. Werpen doen paarden niet, tenzij er veulentjes komen. Enfin, de ruiter staat op het podium en ontvangt de prijzen, het dier dat de inspanningen mocht leveren staat op stal. De sport overigens die mij als kind tot brullens toe beroerde, was wat geloof ik de “Grand National” heet en waarbij paarden met donder en geweld over heggen moeten springen en rennen tot ze er dikwijls letterlijk bij neervallen. Ik, een jaar of 6 zijnde, vond dat geweldig zielig. Niet zelden raakte het paard kreupel, waarna het – wist mijn warme vader fijntjes te melden – afgemaakt werd. Sinds ook bekend werd dat menig ruiter zijn of haar paard tijdens de training afrost totdat het luisteren wil, heb ik niet perse iets met paardenvolk. Trouwens, er zit natuurlijk ook fatsoenlijke lieden in het hippische gebeuren – hoop ik althans.

Goed, nu even aan de motorsport. In een auto hard gaan is in de eerste plaats natuurlijk afhankelijk van de auto: zie Hamilton die een snellere bolide heeft dan Max. De techniek speelt dus een overwegende rol in het Formule 1-circus, daarbij schijnen die coureurs dikke nekken te hebben omdat zij die spieren oefenen vanwege de G-krachten die bij snel genomen bochten op hun nek en hoofd uitoefenen. U merkt: dit is een uitermate leerzaam opstel.

Ik heb trouwens ook nog op Zandvoort en het circuit van Assen gereden: heus waar. Weliswaar met de Alfa Romeo-club en achter elkaar, maar wel vol gas en met piepende banden. Wat dan ook wel tamelijk onvoordelig is qua onderhoud.

Ik rij inmiddels Amerikaans- Jeep – en die club heeft iets met modder en steile heuvels, wat ook leuk is maar niet wanneer je als ons regelmatig naar de wasstraat gaat. Niettemin, zoals ik op deze plek eerder verhaalde, is met een terreinwagen door de prut raggen wat mij betreft het leukste dat je op vier wielen kunt doen. Maar daar moet je een apart soort van automobiel voor hebben die gemaakt is voor ruig terrein, dat je in Nederland wel treft maar waar zeldzame beestjes maar al te terecht niet gestoord mogen worden.

Aldus is het emplooi voor een stoere Jeep of Landrover in deze dreven gering. Weliswaar rijden would-be terreinrijders als deze jongen in modellen die avontuur op ongebaande paden suggereren, het is allemaal een kwestie van imago en windowdressing. Kijk mij eens met de verre neef van een model auto, dat de laatste wereldoorlog mee hielp te winnen.
Oude mannenspeelgoed.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief