Zondag 6 oktober 2024
Twentesport

Ploegleider Rudie Kemna: ‘Ik heb nooit eerder zo’n mooie Tour gezien’

Geplaatst op 25 juli 2011 door   ·   Geen reacties

HENGELO – De Tour de France zit erop, de klassementen zijn opgemaakt, de renners zijn alweer thuis en maken zich op voor de kermiskoersen van de komende dagen. TwenteSport.com stelde een viertal bekende persoonlijkheden uit de Twentse topsport een aantal vragen over de afgelopen drie weken. Ze geven stuk voor stuk de Tour van 2011 een hoog cijfer.

Het volgende viertal blikte terug.

Mary Kok-Willemsen, hoofd vrouwenvoetbal FC Twente vond Evans als tijdrijder een soort van stoomwals;
Rudie Kemna, ploegleider Skil-Shimano, heeft nooit eerder een mooiere Tour gezien;
Marti ten Kate, atleet en afgelopen zaterdag nog als 29ste op de tien km in een tijd van 35.14 vindt Rob Ruijgh een klasbak.
Hennie Kuiper was voor de 32ste keer in de Tour (twaalf keer was hij renner en eindigde twee keer als tweede, vijf keer was hij ploegleider en vijftien keer gastenbegeleider van de Rabobank). Hij zag in Evans (foto) zichzelf terug.

Welk cijfer geven jullie deze Tour?
Kok: ‘Een 9. Ik vond het allemaal heel interessant. De strijd tussen de Schlecks, Evans, Contador. Het was spannend en het kreeg allemaal een verrassende wending door die tijdrit. Wat ik ook interessant vond was het programma dat Riis voor Contador had opgesteld. Ze namen risico met hem, maar misschien was het teveel. Heel mooi om te volgen.’
Kemna: ‘Een 9. Dit was de mooiste Tour die ik ooit gezien heb. Zeker de laatste week was het heel mooi met een koers in de koers. Noren die vooruit reden om de dagzege en daarachter de strijd tussen de klassementsrenners. Vaak was de Tour in die fase allang beslist. Het niveau was hoog, ondanks dat je altijd kanttekeningen kunt maken.’
Ten Kate: ‘Voor de eerste weken een 7 en voor de laatste dagen een 9. Toen was het spannend. Schleck met die lange aanval, Contador de dag erna en daarna die tijdrit.’
Kuiper: Een 7,5 à 8. Ik vond wel dat de toppers zich geweldig hebben laten zien. In die bergetappes van afgelopen week reden ze er stuk voor stuk voor. Op het scherpst van de snede. Het was spannend en dat hoort ook zo. In de tijdrit greep Evans de macht en dat had ik verwacht.’

Wat vinden jullie van de winnaar?
Kok: ‘Die past er mooi bij. Niemand voorspelde hem van te voren. Ik heb waardering voor de broers Schleck. Ze gunden het hem wel. Die Evans was in die tijdrit een soort stoomwals. Hij werd ook goed afgeschermd door zijn begeleiders. Hun aanpak was heel goed.’
Kemna: ‘Evans was de terechte winnaar, hoewel hij niet de meeste spectaculaire renner was. Hij was er drie weken lang en maakte geen gekke sprongen. Hij was ook niet de beste renner van deze Tour. Dat was Contador. Dat is denk ik een betere renner, maar Evans was de terechte winnaar van deze Tour.’
Ten Kate: ‘Ik vond hem afgelopen donderdag  en vrijdag heel goed. Hij heeft geweldige inspanningen verricht om het tijdsverschil te beperken. Hij moest achter Schleck aan en moest het helemaal alleen doen. Hij deed het allemaal zelf. En daarna sloeg hij toe in de tijdrit. Vrijdag bij die aanval van Schleck en Contador hield hij het tempo hoog. Ze kwamen niet ver. Het was indrukwekkend hoe hij het gat dicht reed.’
Kuiper: ‘Hij past bij het wielrennen. Ik zie mezelf in hem terug. Niet afgeven. Hij werkte keihard en zo kun je dus een fantastische erelijst opbouwen.  Op de Mûr-de-Bretagne won hij al een etappe.  Ik zei nog: laat hij zich rustig houden, maar hij zat continu voorin. In de Pyreneeën ontspon zich een tactisch spel. Hij wachtte af. In de Alpen maakte Andy Schleck een geweldig nummer. Hij had vier minuten voorsprong en het bleef vier minuten. Maar in de laatste tien kilometer nam Evans zijn verantwoordelijkheid en deed er twee minuten af. Daardoor bleef hij dus kansrijk. De andere dag moest hij van fiets verwisselen.  Toch kwam hij terug.’

Welke renners zijn jullie verder opgevallen?
Kok: ‘Rob Ruijgh vond ik fantastisch. Heel dapper, out of the blue. En Johnny ook. Ik vond het kenmerkend voor deze sport dat je zover kunt gaan. Ver over de pijngrens. En toch uitrijden. Gesink ook. En Ten Dam. Wat is dan ethisch nog verantwoord. En wie beslist uiteindelijk of hij doorgaat of afstapt? De renner zelf? Wie maakt die beslissing en op basis waarvan? Dat vond ik ook interessante aspecten.’
Kemna: ‘Natuurlijk een paar Fransen. Voeckler en ook Rolland. Dat vond ik heel speciaal. Dat ze zo goed meekonden met de klassementsrenners had ik niet verwacht. Wat ik ook bijzonder vond, waren de ploegen die schitterden door afwezigheid. Radioshack met drie à vier klassementsrenners en AG2R. Die deden ook nauwelijks mee. En tot slot de verrassingen: Rob Ruijgh, geen ervaring en toch goed en Roy die honderd keer in de aanval is geweest.’
Ten Kate: ‘Net als iedereen vond ik Rob Ruijgh een klasbak. Je zag het al in Ootmarsum op het NK hoe hij daar Pim Ligthart aan de overwinning hielp. Tot aan de Alpen heeft hij goed gereden. Verder de Fransman Rolland. Die moet ik ook noemen. Ook een goede renner.’
Kuiper: ‘Cavendish. Dat hij in vier Rondes van Frankrijk twintig ritten heeft gewonnen, is gigantisch. De groene trui komt hem toe. Ook zijn ploeg moet een compliment krijgen. Ze hebben geweldig gewerkt voor hem. Dan Gilbert, de leider van de wereldranglijst. Ook hij bleef knokken. De gebroeders Schleck zijn de lievelingen van het publiek met hun baby-faces. Ik vond het heel apart, die twee broers op het podium. Contador viel in de beginfase van de Tour. Toch bleef hij strijden en daardoor opende hij de deur voor Evans.’

Nog een mening over het optreden van de Nederlanders?
Kok: ‘Zie de vorige vraag.’
Kemna: ‘Ik had niet verwacht dat Gesink zo door de mand zou vallen. Hij was onze hoop. Ik vind hem een heel goede renner en had meer van hem verwacht. Wat me stoorde was de manier waarop hij op tv en in de media is afgemaakt. Dat vond ik te gemakkelijk. Hij had het niet, mede door die val, maar een supergoede renner blijft het.’
Ten Kate: ‘Dat was jammer. Het is al jaren mager wat de Nederlanders presteren met uitzondering van vorig jaar toen Gesink zesde werd. Op de tv hoorde je steeds allerlei mensen die hun hoop op de Alpe d’Huez gevestigd hadden, maar dat werd ook niks. Ze hadden wel allemaal hun reden. Gesink, Hoogerland en Ten Dam gevallen. Mollema is ziek geweest. Joost Posthuma heeft goed gewerkt voor de ploeg. Dan hoop je nog op een goede tijdrit, omdat het zijn  specialiteit is. Maar dat liet hij verder zitten. Hij had genoeg gedaan.’
Kuiper: ‘Ik vond het allereerst al positief dat we twee ploegen in de Tour hadden. Dat is geweldig voor Nederland. Ik vind het wel apart dat een pechvogel als Johnny Hoogerland en in het verleden Kenny van Hummel verheerlijkt worden en verafgood.  Het gaat om wielrennen. Hoewel Johnny wel een knokker is. Dat hebben we kunnen zien. Wat de Nederlanders hebben laten zien, is geen juiste weergave van het Nederlandse wielrennen. Wout Poels had ik graag in de bergen bezig willen zien. Hij werd ziek. Rob Ruijgh heeft geknokt voor wat hij waard is. Net als Hoogerland. Liewe Westra heeft het best goed gedaan. Hij rijdt zijn eerste Tour en haalt meteen Parijs al. Bij Rabo is het drama rond Gesink wel bekend. Met een snelheid van 70km per uur knetterde  hij op het asfalt. De meeste mensen hebben geen enkele notie van wat zoiets voorstelt. Hoe zwaar dat is. Mollema is ziek geweest, Ten Dam is gevallen. Tjallingii heeft goed gereden en deed vaak mee om een plek voorin. Boom ook, tot hij pech kreeg. Engels en Terpstra reden de Tour uit. Dat is al lastig genoeg.  En Joost Posthuma tenslotte zat in het winning team. Hij deed geweldig werk.’

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief