Donderdag 2 mei 2024
Twentesport

Bejaardensport

Geplaatst op 11 oktober 2023 door   ·   Geen reacties

Onlangs hield onze atletiekvereniging het jaarlijkse clubkampioenschap. Deze bestaat uit een aantal onderdelen – loop-, spring- en werpnummers – en is dus feitelijk een meerkamp. Deze heb ik een keer of 20 gewonnen, vanzelfsprekend in mijn leeftijdscategorie. Met het klimmen der jaren nam de concurrentie aanzienlijk af. Uiteindelijk bestond deze uit voornamelijk stijve hardlopers, die ik na lang aandringen bereid vond te participeren aan deze voor hun vreemde disciplines. Met name de werpnummers leverde aldus een aanzienlijk risico op voor de diverse vrijwilligers die de functie van jurylid bekleedden. Kogels vielen buiten de sector, het speerwerpen leidde tot voor hun leven rennende officials en wat de discus betreft behoedde het net de mogelijke onthoofding van omstanders.

Daarom heb ik enige tijd bedoelde lange afstandslopers in de aanloop naar dat clubkampioenschap trachten te bekwamen in die technische onderdelen. Dat was bepaald geen sinecure, daar de gemiddelde loper over een coördinatie beschikt die in de categorie valt van een nijlpaard dat meedoet aan de military.

Maar inmiddels moet ik dat clubkampioenschap skippen. De ruwe waarheid is, dat ik de meeste onderdelen niet op een behoorlijke en enigszins voor omstanders aantrekkelijke wijze kan volbrengen. De leeftijd haalt mijn prestatievermogen met ferme stappen in en snelt deze zelfs voorbij. Weliswaar blijft de techniek van het sprinten, werpen en springen nog ergens in het willekeurige zenuwstelsel hangen, de uitvoering is naatje. Zulks verhindert weliswaar niet dat ik mij op nationaal niveau ga meten met lieden uit dezelfde leeftijdscategorie (dat gaat per vijf jaar), de esthetiek daarvan is echter dubieus. Zo kan ik mij uit mijn betere tijd herinneren, dat in mijn ogen ouden van dagen deelnamen aan mijn favoriete onderdeel: hoogspringen. Terwijl ik tamelijk ongeduldig wachtte op mijn aanvangshoogte, zagen mijn directe concurrentie en ik hoe zeer bejaarde atleten een aanloop namen van vier passen. De korte broek opgetrokken tot ver boven de navel, daaronder zeer magere en uiterst witte benen en de voeten gestoken in spikes waarvoor het plaatselijke museum voor Heemkunde vast geïnteresseerd is. Stijf en langzaam liep een dappere grijsaard richting de lat, die juist iets lager was dan de mat waarop betrokkene zou landen. Ging de lat eraf, dan klom de teleurgestelde Methusalem moeizaam van de mat en begon een en ander van vooraf aan. Werd de lat de derde poging geslecht, dan was het gejuich van de jongere wedstrijdatleten alsmede van juryleden en omstanders niet van de lucht. Vooral opluchting overheerste dan: we kunnen verder.

Nu, zover wil ik het niet laten komen. Gelukkig biedt het hardlopen nog wat troost. Immers: de hausse van het rennen dateert reeds uit het einde van de jaren zeventig, zodat hordes grijsaards, dankzij hun pensioen in de gelegenheid om veel te trainen, de ommelanden bevolken. Daarvan ben ik een van de jongste. Nog wel.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief