Vrijdag 26 april 2024
Twentesport

Competitie

Geplaatst op 21 augustus 2018 door   ·   Geen reacties

Als lieden met elkaar wedijveren, dan is het sport. Doorgaans tenminste, want men kan natuurlijk ook de strijd met collega’s aangaan voor die dikke promotie. Of een ander terugduwen naar diens eigen perceel. Een vettere auto kopen dan de buurman is ook een soort wedstrijd.

Maar dat bedoel ik niet. Ik heb het over een sport die in de ogen van velen geen sport is. Ik heb het over sportvissen. Een onbegrepen sportieve inspanning, doorgaans geassocieerd met het loom staren naar het puntje van een dobber, waarna met wat geluk een pinkgroot voorntje uit het water wordt gesleurd. Nou, mooi niet. Met name in de Angelsaksische landen wordt op hoog niveau gehengeld. De grote jongens, want meiden zie je zelden in deze wereld, hebben duizenden euro’s aan bullen, ze oefenen zich scheel en halen doorgaans achter elkaar flinke lappen vis aan de kant. Die worden aan het einde van de dag gewogen, waarbij de cracks – hoewel iedereen op een kluitje zit met zo’n vier, vijf meter ertussen – altijd met de eer gaan strijken.

In Amerika gaat het weer anders: iets van vijftig boten racen met geweld een plas op. Fikse boeggolven en mannen die vanaf hun luxe visboten naar elkaar schreeuwen. Dan worden werphengels uitgeworpen en “black bass” en andere flinke jongens aan boord gehesen. Deze flitsende vissers hebben kunstaasfabrikanten en hengelboeren als dik betalende sponsors.

Dat hebben wij, dat wil zeggen mijn uit de kluiten gewassen zoon en ik, niet. Integendeel, het is een dure hobby omdat je steeds meer van die verleidelijke kunstaasjes koopt. Ik zal u er niet mee vermoeien, maar het gaat om plugjes, spinnertjes, stukken rubber die shadjes heten en een hoop andere verleiders die in de schappen van de sportviswinkel hoog liggen opgestapeld. Er bestaan zelfs kunstratten, namaakvleermuizen en de zogenaamde Sticky Duck, zijnde een bedrieglijk babyeendje waarin een haakje verborgen zit.

Nu is het zo, dat wij regelmatig vissen en dat is een beregezellige activiteit. Maar wij zijn voor alles kerels. Dus gaat het om de grootste. Of de meeste. Roofvis welteverstaan. Hij staat daar met hengel iets te water te laten waarvan een liefst flinke vis moet denken: prooi. Of gewoon: irritant. Roofvissen schijnen dikwijls te happen omdat ze agressief worden van dat blinkende of huppelige kunstaas. Hoe het ook zij, dat joch kijkt schuin mijn richting uit en gunt mij mijn visje – zolang deze kleiner is. Of dat hij meer vangt. Ik roep: “Gezellig toch!” en denk: happen kreng. Dat kreng is een flinke vis. We zeggen het niet, maar behalve de gezelligheid gaat het toch ook om de buit. Die overigens steeds ongedeerd retour gaan.

Laatst ving zoon een enorme snoek. Een joekel, die ik scheppen mocht. Het monster paste nauwelijks in het toch buitenmaat schepnet. Hij heeft het er steeds over. Leuk. Maar hij moet er wel een keer over ophouden.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief