Donderdag 9 mei 2024
Twentesport

Piepen en kraken

Geplaatst op 29 september 2021 door   ·   Geen reacties

Laatst kraakte mijn linkerknie. Het was duidelijk hoorbaar, ook voor wie oude oren heeft. Trouwens, dat kraken doet die knie nog steeds, zelfs in heviger mate. Het is bepaald verontrustend. Sterker: als ik opsta, gaat dat niet zonder enig geraas, afkomstig van het onderste gedeelte van mijn skelet. Gaandeweg beginnen de beenderen als gevolg van een traag opstartende intern smeermiddel min of meer geruisloos hun werk te doen. Behalve die linkerknie dus.

Nu kun je betogen dat het vermoedelijk kraakbeen is. De naam zegt genoeg. Maar het kan evengoed juist duiden op de afwezigheid van kraakbeen. Want vroeger, toen ik atletisch gezien op mijn top stond, maakte mijn bottenstelstel geen enkel gerucht. Ondanks dat ik sprong en wierp dat het een aard was. Trouwens, de rechterknie doet ook soms vreemd. Dat is afhankelijk van hoe ik het rechterbeen zet. Is dat min of meer ongelukkig, dan krijgt die knie een soort “knak”. Datzelfde geldt eigenlijk voor de rechterschouder, na het speerwerpen. Die zit dan vast en indien ik de arm omhoog houdt, schiet het soms in die schouder.

Dat alles leidt tot sombere bespiegelingen. Is mijn lichaam onderhevig aan degeneratie? Is het de onvermijdelijke weg van de ouder wordende atleet? Indien het daarbij blijft, heb ik nog geluk. Want de oudere atleet kan zich ook zo maar in de nesten werken. Een bejaarde atleet, aan wie ik training gaf, donderde van zijn e-bike. Hij brak allerlei botten, had een hersenkneuzing en toevallig ontdekte de arts ook een dicht kransslagadertje. Volgens zijn vrouw had de man naar zijn pet willen grijpen toen deze ten prooi aan de wind viel. Hij had beter een helm op zijn knar kunnen zetten.

Nu heb ik geen e-bike maar een fiets zonder hulpmotor, maar ook dan kun je een doodsmak maken. Het reactievermogen wordt immers minder. Al piepend en krakend ben ik op weg naar Magere Hein. Hoewel, als krakende wagens langer rijden, word ik stokoud. Dat is overigens geen zegen. Het betekent namelijk, dat je een groot deel van het leven een bejaarde bent. Allesbehalve een wenkend perspectief. Schuifelend door het leven gaan, terwijl sport iets is van de televisie althans van anderen: mijn niet gezien.

Nu lukt het nog steeds om ook jongere atleten achter mij te laten. Wel een kwestie van hevig afzien, waarna een hardnekkig kuchje een week later nog herinnert aan de zwaar bevochten zege. Nu ben ik trainer, zodat het algemeen aanvaard is dat ik aan de kant sta te schreeuwen. Dat kan ik nog steeds naar behoren. Misschien moet ik maar uitsluitend anderen tot bewegen manen en mijzelf niet langer kwellen. Totdat ook bij hen de aftakeling intreedt. Dan komen er vast weer verse atleten die willen profiteren van mijn immense atletische knowhow. Kortom: ze zijn nog niet van mij af.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief