Donderdag 9 mei 2024
Twentesport

Spullen

Geplaatst op 27 september 2016 door   ·   Geen reacties

Lang geleden voetbalden mijn kameraden en ik illegaal op een bijveldje van een korfbalclub. Ik droeg, meen ik, een lubberend kort broekje, een T-shirt dat heet gewassen en rijp voor de textielcontainer was plus oude herenschoenen, van mijn ouwe heer nota bene. In mijn herinnering was onze pot een aaneenschakeling van flitsende acties, fraaie passes, acrobatische kopballen, scorende volleys. Zaak was wel om niet uit te glijden. De leren zolen waren immers spekglad, maar enfin: deze brogues waren sjiek genoeg voor een studentendispuut en zaten tegelijk zodanig comfortabel dat je er eindeloos in kon spurten. Dat deden we ook: jonge jaren en ijzeren conditie.

Nu loop ik hard, spring een beetje en geef training. Ongelogen: ik heb vijf paar gespecialiseerde schoenen. Een paar enorm dempende voor het hardlopen op asfalt, spikes waarmee je kunt hoogspringen, anderen waarmee het sprinten als vanzelf gaat, zolen met enorme noppen voor het rennen in het bos, gladde schoenen voor de kogel- en discusring. In de slaapkamer heb ik een Ikea-kastje vol sportkleding. Dat wil zeggen: de zweethempjes, de runningshirts, de bovenkleding met de lange mouwen, lang ondergoed voor de winter, een reeks sokken voor de koude en de warme seizoenen, diverse lange trainingsbroeken. En ach ja: in de kledingkast van dochterlief heb ik nog wat trainingsjacks ondergebracht. In de immense collectie die zij verzameld heeft vallen mijn nauwsluitende buisjes niet op.

Het is eerst nu dat ik mij afvraag: heb ik dat allemaal nou echt nodig? Ben ik gevallen voor de duivelse verleidingen van de commercie? Nee respectievelijk ja dus. Neem nou die loopschoenen. Drie verschillende lagen demping, antibacterieel zooltje, steungevend hakcompartiment, zelfvormende teenkussens, zweet-uitwasemend bovenwerk. Dat soort nonsens. Laatst een Duitse wetenschappelijke test gelezen. Duits en wetenschappelijk: veel dichter bij de waarheid kun je niet komen. Conclusie: loopschoenen à drie tientjes bij de super voldoen beter. De onderhemden van mij, duur Scandinavisch merk, geen sportblad of ze maken er reclame voor: vort d’r met. Zweetafvoerende membranen: kom op zeg.

Dus weer terug naar basics. Maar de verleidingen zijn groot. Komt er weer zo’n gratis glanzend sportblaadje in de bus met blijde types en een wervend verhaal over crossfit en met schreeuwende teksten als (citaat): STEEDS STERKER! ALS EEN CELEB (sportfashion voor jou). DE SQUAT. CROSSFIT WERKT ÉCHT! Het moet gezegd: de lui in dat blaadje zien er kek uit. Hebben evident plezier. Een foto van iemand die met één hand aan een rots hangt. Een verhaal getiteld: TRAIN, EET&SLAAP. Vroeger had je een flyer vol sportkleding, thans gaat het subtieler. Maar dan koop je die shit, ga je voor de spiegel staan en dan blijkt dat die gespierde types in die blaadjes aanmerkelijk beter uitkomen in dat exclusieve textiel.

Een broekje dat lubbert, een T-shirt dat mijn tepels accentueert en te krap lijkt. Net als vroeger, toen wij voetbalden. Alleen twintig keer duurder.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief