Donderdag 9 mei 2024
Twentesport

Uitgelopen

Geplaatst op 27 december 2016 door   ·   1 Reactie

Het is gedaan met dat hardlopen. Een afgesloten hoofdstuk. Kwestie van rammelende knieën. Het mes moet erin, vrees ik, maar het middel leidt dikwijls tot een ander kwaad. Zo weet ik van generatiegenoten die ook al bijna een mensenleven lang hollen. Eveneens krakend tot stilstand gekomen, vervolgens overgeleverd aan de vleesjongens van het ziekenhuis die aan het fröbelen slaan en kennelijk aan klantenbinding doen. Je vervalt dus van zere knieën naar bijkans onbuigbare benen. Daarom laat ik het maar zo. Ach, ik kan heus nog wel een eindje rennen. Een paar kilometer zeg maar. Met Gumpy als rem. Gumpy is een kortbenige Corgi die graag hollen wil, maar vanwege zijn bescheiden onderstel een beperkte actieradius heeft. Als Gumpy het kan, kan ik het ook.

Oudejaarsdag is er de Oudejaarsloop. Een soort van eindpunt van het atletische jaar voor Almelose hardlopers. Dat is mijn Waterloo. Nog even rennen, daarna recupereren en mediteren. Tijd om de bakens te verzetten.

Helemaal niets meer doen is een optie. Een soort vervroegd pensioen. Hangen op de bank, boekje lezen, muziekje luisteren, chillen met vrienden. Niets hoeft meer, maar dat is geen leven. Stilstaan is vastroesten. Ik zou hoogst ongelukkig zijn. Je kunt natuurlijk ook een balletje gaan stoten, of camp met pijltjes op een bord gooien. ´s Winters wat borstelen over een ijsvloer, terwijl grote stenen met handvatten aan komen glijden. Ook niet echt bevredigend qua inspanning, vermoed ik.

Gelukkig biedt de moeder aller sporten soelaas. Ook in de kreukels kun je nog een kogeltje stoten. Werpen eveneens. Goed, het is geen activiteit waarbij je voldaan hijgend op het tartan ligt, maar het afzien zit in de voorbereiding. Rukken en trekken aan zwaar ijzer teneinde sterk en breed te worden. Massa is, zoals topsporters in de werpnummers later zien, een voorwaarde. Dat wordt nog wat als je qua postuur tot het kleine percentage vetloze gratenpakhuizen hoort. Tegenwoordig eet ik tegen de klippen op en sta ik als het ware op en ga ik naar bed met een enorme dumbell. Na maanden meen ik, met een rood hoofd van het spannen van mijn spieren, bobbeltjes te ontwaren op de plek waar volgens de encyclopedie mijn biceps moeten zijn. Het is een lijdensweg.

Dat alles voor een uiterst kort moment dat je een werptuig van je afsmijt. Een explosie van temperament en kracht. Ik moet er als voormalig soort van atleet van de lange adem nog even aan wennen. Soms moet je als sporter jezelf opnieuw uitvinden.

Erik Endlich

Delen is sportief

Reacties (1)

  1. Theo de Rooij says:

    Fietsen? Nooit gefietst is niet geleefd!




Archief