Gisteren ontmoette ik voormalig schaatser en danser Erik Hulzebosch aan tafel van En Dan Nog Even Dit. Hulzebosch reageerde in het televisieprogramma van RTV Oost op streektaal. CDA-politica Hester Maij uit Delden had net uit de doeken gedaan waarom het Nedersaksisch als streektaal officieel erkend moet worden.
Minister Spies van Binnenlandse Zaken heeft onlangs gemeld dat ze het niet nodig vindt om streektalen officieel te erkennen. Tot groot ongenoegen van kamerleden uit de regio en provinciale politici. De minister verwacht dat dergelijke erkenningen geld kosten. Hester Maij heeft ons verzekerd dat de documenten geen cent meer kosten, maar wél waardering voor de eeuwenoude taal oplevert.
Hulzebosch -ook al werkte hij ‘s middags mee aan het symposium- hecht ogenschijnlijk niet zo aan erkenning. Hij waardeert plat zo ook wel. Daar heb je geen document met officiële pennenstreken voor nodig, maar een goed stel oren. Hulzebosch: ‘Pas toen ik 17 was kwam ik erachter dat ik anders sprak. Mart Smeets kon me niet verstaan. Ik zei: Ik jou wel, dus dan heb jij een probleem.’ De presentatrice van Oost gooide er nog in: ‘Maar Erik, jij bent voor je 17e toch wel eens buiten Twente geweest?’, waarop Hulzebosch hoofdschuddend vooroverboog en antwoordde: ‘Nee Meisje’.
Ik meld hier in Amerika altijd dat ik vijftalig ben, omdat – voor zover ik weet – het (Neder)saksisch al sinds 1995 officieel is erkend als taal.