Vrijdag 26 juli 2024
Twentesport

‘Zeg trainer ik kan morgen niet spelen, want ik moet nog stofzuigen’

Geplaatst op 18 februari 2011 door   ·   Geen reacties

In het bedrijfsleven wordt aansturing steeds meer een hulp bij zelfverantwoordelijkheid. Niet meer zeggen wat er gedaan moet worden, maar het doel/visie duidelijk stellen door samen gemaakte afspraken. Het nieuwe werken (o.a. Dik Bijl ‘aan de slag met Het Nieuwe Werken’) doet steeds meer zijn intrede. Hoe, wanneer en waar zijn niet relevant. Zoek dat zelf maar uit. Het gaat om de output. Wil je overdag boodschappen doen, ga je gang. Houd wel in dat je ’s avond of ‘ s nachts je werk doet. Na de periode van Stephen Covey (o.a. ‘the Seven Habits of Highly Effective People’) die al een duidelijke lijn aangaf voor veranderend management, kennen wij nu duurzaam investeren of sociale innovatie. Het grootste probleem is daarbij de manager zelf. Hij moet leren loslaten. Oude management principes zijn steeds minder effectief.

Geldt dit ook voor trainers? Ja en nee. Ja, spelers behoren niet tot een buitencategorie. Zijn gewoon ook burgers die voor een groot deel niet bij een BVO zitten en dus overdag te maken krijgen met een andere management stijl dan op de training. Ga je als trainer hieraan voorbij dan creëer je een spanningsveld.

Nee, omdat voetballers al van hun jeugd min of meer dezelfde aansturing krijgen. Ze weten niet anders. Zij zijn het gewend. Verandering moet dan ook al vroeg beginnen. Zolang dat niet wordt opgepakt, zul je in je manier van trainen niet sterk kunnen/moeten veranderen. Een uitdaging voor het jeugdbeleid.

Bij de BVO’s zie je dat nog sterker. Daar staat, ook overdag, alles in het teken van voetbal. Zij komen nauwelijks in aanraking met de ‘buitenwereld’. Zelfverantwoordelijkheid ontwikkelen, het doen van je taken maar tegelijkertijd inspelen op de directe actie, kost dan veel tijd. In je aanpak als trainer moet je dus niet alleen rekening houden met het nu, maar ook hoe het aansturingproces in de voorgaande jaren (jeugdopleiding) was geweest.

En… vaak het lastigste, kunt u als trainer open staan voor nieuwe aansturingvormen met inpassing van het verleden? Compliment aan u, op welk niveau ook, het vak is er niet makkelijker op geworden.

Toch kunnen we wat dogma’s weggooien. Als ik voor een wedstrijd de warming-up zie, dan staan de reserves in een hoekje aan de kant. Trainers geven daarvoor de verklaring dat zij een aangepaste warming-up nodig hebben, maar ook dat het verlangen naar het mee willen spelen zodanig sterk wordt, dat ze gretiger/harder gaan trainen. Een motivatie om het verlangen naar spelen te versterken. Aan deze werkwijze kleeft wel een nadeel, het teambelang/binding kun je er mee schaden. Zou het zelfde effect niet bereikt worden als ze gezamenlijk de warming-up doen? Daarna op de bank plaats nemen geeft toch voldoende aan? Maar ja… dogma’s en voetbal, het heeft een sterke band.

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief