Zaterdag 27 april 2024
Twentesport

Tuinderszoon

Geplaatst op 18 mei 2018 door   ·   2 Reacties

Mijn vader vertrouwde mij eind zestiger jaren toe: ‘Jij bent slim. Jij moet gaan studeren.’ Hij was een visionaire ploeteraar op zijn eigen tuindersbedrijf in het Groene Hart tussen Harmelen en Vleuten. In die tijd hield hij zich in zijn kassen komkommers en tomaten al bezig met biologische ziektebestrijding met behulp van roofmijten en sluipwespen. Lange dagen werken, van zes tot zes, zes dagen in de week. Trots kon hij vertellen dat hij in de jaren viftig soms de eerste komkommer op de veiling aanleverde en dat deze één gulden opleverde. Oudste zonen werden in die tijd voorbestemd agrarische bedrijven over te nemen maar mijn vader had een andere toekomst voor mij in het verschiet.

De ratrace voor mijn vader’s bedrijfstak begon rond de oliecrisis begin jaren zeventig. Stookolieprijzen liepen op, gas was relatief goedkoop en beter voor het milieu. Tuinders moesten zwaar investeren om over te schakelen van olie naar gas en kostbare energie besparende maatregelen nemen. De enorme financiële last kon worden terugverdiend door meer tomaten en komkommers per vierkante meter te oogsten en bedrijven uit te breiden. Gevolg: de prijzen gingen omlaag door het verhoogde aanbod en tuinders gingen meer produceren om de omzet op peil te houden. Het begin van een idiote, vernietigende neerwaartse spiraal waarvan we steeds meer de gevolgen ervaren. Want ook de boeren werden steeds meer door deze ijzeren economische wetten gegijzeld. Alsook zovele andere bedrijfstakken, zoals de luchtvaart. Meer meer meer, goedkoper, elke dag vlees op tafel, iedereen voor een paar tientjes op vakantie. Consumeren maar!

Ondertussen voegde ik de daad bij het woord en behaalde na een succesvolle Atheneumstudie in 1979 mijn HEAO-diploma. En ontdekte in 1973 het wielrennen en het grenzeloze fietsgenieten. Mijn vader heeft daar weinig van meegekregen. Hij overleed, totaal versleten, begin 1978 op 51-jarige leeftijd. Ik heb het voorrecht om hem al tien jaar te hebben overleefd en nog steeds met volle teugen te kunnen genieten van fietsen. Zo ook afgelopen maandag, toen ik met mijn oude stalen Raleigh-karretje naar Zwolle fietste voor een afspraak over – hoe kan het ook anders- fietsstimulering.

Het was een prachtige voorjaarsdag en ik fietste door Sallandse weidelandschappen. Eén essentieel element ontbrak echter: de karakteristieke geluiden van de weidevogels, waarmee ik in het Groene Hart was opgegroeid. De in sommige gevallen in april door gif verdorde weilanden waren fel groen en biljartlaken vlak. Geen graspolletje, paarden-, boter- of pinksterbloem te zien. Afrasteringen en sloten ontbraken. Her en der sporadisch wat verdwaalde koeien. Een ingezaaid maisveld. Geen insect achter mijn zonnebril. Alleen bij hagen en bosschages klonken vertrouwde vogelgeluiden. Ik moest indringend terugdenken aan mijn jeugd en stelde vast: we vernietigen de schoonheid om ons heen. Want ook in mijn fraaie achtertuin ontbreken de voor de bestuiving o zo essentiële vlinders, hommels en bijen.

De fiets is een van de meest geweldige instrumenten om je zintuigen en geest aan het werk te zetten en de schoonheid om je heen te ontdekken. Als je haar niet in je directe omgeving zoekt, vind je haar nooit en nergens.

Theo de Rooij

FOTO: Vleuten 1961

Delen is sportief

Reacties (2)

  1. j.s. brouwers says:

    Mooi verhaal Theo. 51 jaar en versleten, pfff

  2. f. bosman says:

    Elke week op de racefiets genieten van de prachtige omgeving van Nijverdal. Mooi, maar precies wat Theo schrijft: Steeds sterieler!!!




Archief