Zaterdag 5 oktober 2024
Twentesport

Te ver op de weg, ikzelf ook

Geplaatst op 17 juli 2011 door   ·   Geen reacties

Mopperend keek ik gisteren naar de taferelen op de Col d’Agnes en Plateau de Beille. Hoe de  coureurs  zich tussen de veel te opdringerige toeschouwers door moeten zien te manoeuvreren naar de top. Hoe een enkele mee rennende bruut zelfs een hand op de rug van een renner legde. Hij wilde wellicht de bewuste renner een extra kick meegeven, of misschien wilde hij zelf door een soort bravoureuze gulzigheid proberen tot het uiterste te gaan. Kan hij thuis zeggen dat hij gele truidrager Thomas Voeckler heeft aangeraakt. Andere waaghalzen maken foto’s en gaan daarbij zelfs midden op de weg staan. Ik foeterde over het gevaar voor de renners, over dat een favoriet daardoor zomaar over de kop kan gaan en over mafkezen met een IQ van 30 die met hun blote bast of in een pak waarvoor een Oldenzaalse carnavalist zich vreselijk zou schamen, met renners menen mee te moeten rennen. Ik herinnerde mijn medekijkers aan de Italiaan Guiseppe Guerini die in 1999 door een veel te brutale amateurfotograaf op de ‘l Alpe d’Huez ten val kwam, terwijl hij op weg was naar de overwinning, hetgeen overigens toch nog lukte.

Tot een kamergenote mij fijntjes wees op mijn eigen gedrag. Ik ben niet zo, mompelde ik nog, maar moest erkennen dat ik ooit ergens in de Vogezen in stromende regen een stukje met de Kneet ben meegerend. Ik herinnerde me door enkele smalende steekwoorden van dezelfde kamergenote inderdaad dat ik in Bayonne stiekem langs de afrastering glipte om dichter bij de renners te kunnen komen. Hamilton won daar, weet u het nog, die verrekte dopingvreter. (Ik kan niet tegen dopingvreters. Virenque heb ik nooit gemogen, ooit was ik fan van Museeuw tot bleek dat hij een kongsie had opgezet met een veearts uit Oostrozebeke en aan al die andere zielige Belgen die door den drog meenden tot extreme prestaties te kunnen komen. Ik haat ze de Pollentiers, Wampersen, Van Summerens, Willie Voeten, Danny de Bies en Etienne de Wildes. VdB z.g. vond ik een zielepoot van de hoogste orde. Een Belgische collega vertelde me ooit dat dopinggebruik onder de Belgische veldrijders net zo gewoon is als slagroom op de sorbet. Dus.
Maar ook die verrekte Italianen die het altijd doen. Ricco, Massi, Bugno, Gotti, Frigo, Di Luca en hoe die bedriegers allemaal heten. De Italianen waarvan de achternaam uit twee lettergrepen bestaat, zijn sowieso verdacht. Ik kon ook die Basso de afgelopen dagen in de kopgroep niet luchten of zien. Eveneens ooit een dopingvreter. Hij bekende het wel, hetgeen bijna geen enkele van zijn landgenoten kan nazeggen, maar ik vertrouw hem sindsdien niet meer.
Spanjaarden? Oh ja, die ook. Delgado, Olano, Heras en ga zo maar door. Duitsers? Och ja, verdorie, Ampler, Ullrich, Thurau. Ik hou erover op.
Nederlanders doen het gelukkig heel sporadisch, alleen een enkele Limburger. Maar dat zijn bijna Belgen. Ik heb overigens verder helemaal niets tegen Belgen en hun land, ga er elk jaar graag een paar dagen heen. Aimabele mensen, levensgenieters. Alleen die mega-domme dopingvreters. Philippe Gilbert? Inderdaad, hem vertrouw ik ook niet. Het kan haast niet wat hij tegenwoordig allemaal doet. Maar dat allemaal terzijde.)

Ik rende dus  mee met de Kneet, maar wat vooral heel erg schaamteloos was, dat was de manier waarop ik in 1979 mijn nieuwe fototoestel wilde uitproberen tijdens de klimtijdrit naar Avoriaz. Joop had het geel. We zaten op een helling en zagen ze steeds op een lager niveau aankomen. Lubberding in het roodwitblauw, Johan van de Velde, Martinez, Wellens (ook een dopingvreter), Agostinho, Thurau: ik zette ze allemaal keurig op de foto. Ze zitten nog steeds in een album (ik zal er ff eentje scannen). Joop in het geel en mijn idool Hennie Kuiper, die moesten er vooral goed op staan. Ik zie het ineens weer helder voor me. Hennie kwam als een van de laatsten. Ik zag hem komen en ging alvast een beetje op de weg staan. Toen hij de bocht om kwam, ging ik nog een half metertje vooruit en nam de hurkhouding aan om de juiste hoogte te hebben. Fototoestel voor de neus. Ik keek door het gaatje en zag hem komen, onze Tukker. Ik was honderd procent geconcentreerd, helemaal scherp. Hennie moest er van al die renners het mooiste op staan. Maar ineens lag ik achterover in een droge greppel. Anderhalve meter naar beneden. Een tiental toeristen zag het en lag dubbel. De motorrijder die aan Hennie vooraf ging had mij een enorme stoot tegen de schouder gegeven. Ik zat kennelijk te ver op de weg….. Nu ik eraan terugdenk schaam ik me weer. En wat nog het ergste was, het nieuwe fototoestel was naar de gallemiezen. Gelukkig heb ik wel de foto’s van die tijdrit nog….

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief