Donderdag 9 mei 2024
Twentesport

Profronde van Surhuisterveen

Geplaatst op 30 oktober 2021 door   ·   Geen reacties

Nergens ter wereld zijn profcriteriums zo populair als in Nederland. Vooral de wedstrijden na de Tour de France worden door tienduizenden toeschouwers bezocht. Zo ook de Profronde van Surhuisterveen. In de Leeuwarder Courant van 7 september 1984 kwam ik tijdens mijn gestruin door Delpher, op zoek naar wielerverhalen, een artikel tegen over die koers. Een wedstrijd, die ik de eerste drie keren als speaker heb mogen doen, steeds samen met mijn Friese collega Andries Nieuwenhuis. Mooie herinneringen aan deze wedstrijd. Prima georganiseerd, meer dan 25.000 toeschouwers, heel veel sfeer, kortom een topwedstrijd.

De belangrijkste renner in 1984 was Laurent Fignon, de winnaar van de Tour de France. En dat was wat. Fignon snapte het. Werd door ons geïnterviewd, accepteerde ons niet-feilloze Frans en reed zijn rondjes. Ging in de aanval, en dat wilde men zien. Zoals hij dat iedere avond deed, want de criteria na de Tour waren goedbetaalde klussen. En zeker in Friesland moet je niet alleen je geld komen ophalen, maar strijd leveren.

Dat deed in een van die edities ook de toenmalige wielerheld Gerrie Knetemann, maar de publiekslieveling van die tijd deed dat te vroeg en op de verkeerde plek. Gerrie zou niet rijden, herstellende van een zware val, zou het startschot geven en had vooraf nogal denigrerend gedaan over de wedstrijd. Deed dat via de pers in een column, en niet zo heel slim. Een opmerking als “ heb ik een paspoort nodig om daar te komen “ en de Gouden Fiets, de ereprijs voor de winnaar van 4000 gulden vergelijken met een koperdraadje van weinig waarde daar moet je bij Friezen niet mee aankomen. Terecht. Hij hoefde niet meer te komen, was niet meer welkom. Maar hij kwam wel. Contract is contract, zei de Kneet. Vlak voor de start kreeg ik een por in mijn rug en daar was hij dan. ‘Hoe lossen we dit op, Harry, vroeg de Kneet, die met boegeroep was ontvangen. ‘Ik interview je wel, en dan bied je je excuus maar aan, ik maak er wel een positief verhaal van’, zei ik en zo gebeurde.

Het publiek kon het maar matig waarderen, maar de rust keerde terug. Een dikke vette knipoog van de Kneet was mijn beloning. Toch gebeurden er soms opmerkelijke dingen daar in Surhuisterveen. Bij de allereerste editie kwam na afloop een man bij me, die zich voorstelde als een van de sponsoren. Waarom hij maar zes keer was genoemd en een andere sponsor, van wie hij wist dat die hetzelfde sponsorbedrag had betaald, zeven keer. En voor hoeveel keer hebt u eigenlijk betaald, vroeg ik hem. Vijf keer, was het antwoord. Tja, ook dat gebeurt dus.

Een ander voorbeeld: er ontstond een kopgroep van drie renners. Bij de volgende passage gaf ik aan ‘Hier is de kopgroep van vier, die, die, die en de Spaar-en Voorschotbank, want die is altijd koploper. De hoofdsponsor met zijn slogan combineren met de kopgroep, dat haalde de pers, en die vond dat niet kunnen. Volgens mij was ik op dat moment gewoon mijn tijd ver vooruit.

Harry Middeljans

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief