Zondag 2 juni 2024
Twentesport

Was vroeger alles beter?

Geplaatst op 21 mei 2022 door   ·   Geen reacties

Grasduinen in oude wielerverhalen, om meerdere redenen voel ik me daar meer en meer tot aangetrokken. Natuurlijk om het verloop van de koers te lezen, om te weten wie er kleur gaven aan de wedstrijd, maar vooral ook het taalgebruik. En dan doel ik vooral op de jaren vijftig/ zestig van de vorige eeuw. De bloemrijke omschrijvingen betrekken mij bij de koers, je ziet de renners en hun strijd gewoon op je netvlies verschijnen. Momenteel ben ik bezig met een overzicht te maken van de eerste tien jaar van de Ronde van Overijssel die samen met de Ronde van Noord-Holland en de Omloop van de Kempen de top-drie vormt van meest georganiseerde klassiekers in Nederland. Nummer 68 inmiddels, met drie afgelastingen had het eigenlijk 71 moeten zijn. Wat er veranderd is in al die jaren ? Veel, bijna alles. Het enige wat echt overgebleven is? De onderlinge strijd, de eigen tactiek, het anticiperen op de wedstrijd en op de concurrentie. Maar zoals aangegeven, de manier van verslaggeven in de kranten van die begintijd van de Ronde van Overijssel, die is totaal veranderd.

Maar wat is het heerlijk om die oude wedstrijdverslagen te lezen. Bijvoorbeeld deze tekst uit het wedstrijdverslag van 1952, de eerste Ronde van Overijssel, gevonden in het archief van Foto Koos: ‘Ofschoon de Amsterdammer P.B.M. Smit deze wedstrijd op verdienstelijke wijze heeft gewonnen en met de tweede en derde aankomende zijn portie wel heeft gedaan toen de strijd in de slotphase was gekomen, mogen wij hier toch niet onvermeld laten het moedig en voorbeeldig rijden van de Hengeloer T. Ooink. Hij toch was de man, die in de stad zijner inwoning het lont in het kruitvat gooide en de sprong naar de overwinning waagde. Dat hij ten slotte zich even na Wierden gewonnen moest geven aan zijn achtervolgers Daan de Groot, Piet Smit en Frans Mahn, drie geroutineerde Amsterdammers, die genoeg kilometers en kracht in hun benen hadden om Ooink leeg te demarreren, strekt hem hens niet tot schande.’

Of wat te denken van: ‘Zoals wij in de aanhef reeds vertelden, ontbrandde de beslissende slag feitelijk pas in Hengelo, waar Ooink kans zag een geringe voorsprong te nemen op de kopgroep, die toen bestond uit Mahn, De Groot, Smit en Ooink. Zeer gering was wel de voorsprong, die laatstgenoemde wist te verkrijgen, maar doorslaggevend was zijn moedige poging voor de einduitslag. De grote mannen zagen het gevaar wel zeer duidelijk in en wisten dan ook na een korte, doch zeer felle achtervolging de moedige Ooink in te lopen. Pas in Wierden was het pleit beslist. In gestrekte hoge pace werden de laatste kilometers naar Rijs¬sen afgelegd, waar Smit, rijdende op de zeer hoge versnelling van 48 x 16, gedecideerd wist te winnen. Ooink werd in de laatste kilometers door de drie elkaar goed steunende Amsterdammers volkomen leeg gereden en moest dan ook lossen. BRON:P. M. KORF.

Die beeldende verslaggeving, het beschrijven van vrijwel de gehele wedstrijd, het is niet meer van deze tijd. De koers wordt tegenwoordig veel meer beschouwend neergezet, de interviews en de meningen en ervaringen van de renners hebben een veel belangrijker plaats gekregen. De stijl van vroeger, het kan tegenwoordig niet meer.

Maar juist daarom spreken dit soort verhalen me aan. Niet alleen van Korf, maar ook van Hans van der Kamp, Jan Cottaar en Evert van Mokum, om maar wat namen uit die tijd te noemen. Daar krijg ik nooit genoeg van. Het tovert een brede glimlach op mijn gezicht, ik zie de koers gewoon voorbij komen.

Geschreven televisie. Heerlijk toch?

Harry Middeljans

Delen is sportief

Reacties (0)




Archief